Het zoontje van Marlies werd donor

Robbe was 2,5 jaar oud toen een kaasje in zijn luchtpijp terechtkwam. Omdat de opgelopen hersenschade te groot was, werd de beademingsmachine stopgezet. Mama Marlies vertelt hoe ze besloot om de organen van haar zoon af te staan.

Marlies

Noodlottige avond

“Mijn man en ik  zaten tijdens een avondje uit eten net aan de aperitief. De buurjongen, die op onze drie kinderen babysitte, belde dat we naar huis moesten komen: er was iets aan de hand met Robbe en de ambulance was onderweg. Toen we thuis aankwamen, bleek hij gestikt te zijn in een van de kaasjes die ik voor hem klaargezet had als broodbeleg voor die avond. De ambulanciers waren hem op de oprit aan het reanimeren, maar hij had geen hartslag meer. Ik weet nog hoe mijn man zei: ‘We zijn hem kwijt’ en hoe ik het uitschreeuwde daar op die oprit.” 
 

“Het verscheurende verdriet blijft toch, en het is beter en nuttiger om wél te doneren dan om het niet te doen.”

“Zelf bleef ik tegen beter weten in geloven in dat het nog goed zou komen, ook de dagen daarna in het ziekenhuis. Achteraf kregen mijn man en ik allebei gelijk: Robbe kreeg opnieuw een hartslag, maar hij had nauwelijks hersenactiviteit. En doordat hij te lang zonder zuurstof geweest was, is hij nooit van de beademingsmachine af gekomen. Hij reageerde ook op niets meer. Ik besefte: ik ben mijn zoon sowieso kwijt. Zelfs als hij het overleeft, zal dat als een soort plant zijn, hij zou zwaar gehandicapt zijn.”

Mensonwaardig bestaan

“Toen het me begon te dagen dat Robbe het waarschijnlijk niet ging halen, heb ik de verpleging zelf gevraagd of hij donor kon zijn. Ik weet niet hoe ik daar opeens bij kwam. Misschien door naar ziekenhuisseries zoals Grey’s Anatomy te kijken en doordat ik in shock was. Ik ben een nogal rationeel type en de shock maakte me extra rationeel en helder. Ik vind het logisch dat je doneert. Je kind heeft zijn organen niet meer nodig, dus als je daar andere kinderen mee kunt helpen, waarom zou je het dan niet doen?

Op de vierde dag in het ziekenhuis kregen we na uitgebreide neurologische onderzoeken het finale nieuws dat Robbe niet meer beter zou worden. In het beste geval zou hij levenslang beademd moeten worden. Mijn man en ik zaten meteen op één lijn: zo’n mensonwaardig bestaan mogen we hem niet aandoen. Uiteindelijk hebben ze hem van de beademingsmachine gehaald terwijl hij in mijn armen lag. Hij is in mijn armen gestorven. Omdat hij donor zou worden, zouden ze hem meteen erna meenemen, dat was me vooraf goed en duidelijk uitgelegd. En zo is het ook gebeurd.”

Ook jij bent donor.
Geef leven door.

Marlies

Marlies

Twee kinderen gered

“Voor hij overleed, wisten we al wat er met zijn organen zou gebeuren. De transplantatiecoördinator van het ziekenhuis had alles van tevoren geregeld en had ons verteld dat zijn lever naar een baby van twee maanden met een leverafwijking ging en dat zijn nieren bij een jongen van acht terechtkwamen. Voor zijn hart en zijn longen vonden ze op dat moment geen geschikte ontvanger, zijn hartkleppen zijn ingevroren voor later gebruik. 
Of het doneren me enige troost gegeven heeft? Nee, als je kind sterft, is niets een troost, niets kan dat beter maken. In het begin word je gek van verdriet, je leeft in de krochten van de hel. Later wordt het iets beter, het is meer een wennen aan het verdriet. Ik trek me op aan mijn andere kinderen, maar het blijft een hartverscheurend gemis dat ik altijd met me meedraag. Wel sta ik nog altijd 110 procent achter onze keuze voor orgaandonatie. De pijn blijft toch, en het is beter en nuttiger om wél te doneren dan om het niet te doen. 

Ik hoop dat die twee kindjes dankzij de organen van onze jongen een goed leven tegemoet gaan. Via de transplantatiecoördinator kun je anoniem een brief schrijven aan de ouders, ik denk er soms aan om dat te doen. Maar ik ben bang om geen reactie terug te krijgen of om te horen dat de organen afgestoten werden. Misschien neem ik op termijn nog wel contact op, ik geef het nog wat tijd.” 

Als de vraag voor orgaandonatie wordt gesteld, komen er heel wat emoties bij kijken. Bekijk het advies van de psycholoog.