De juiste voeding
Voor de transplantatie
In aanloop naar de transplantatie is het van belang dat het lichaam in een zo optimaal mogelijke conditie is. Afhankelijk van de soort transplantatie moet de patiënt eventueel vooraf een specifiek dieet volgen. De diëtist geeft hierover vóór de transplantatie extra informatie en begeleidt de patiënt hierin.
Bij de opname
Tijdens de opname na de transplantatie wordt een dieet op maat voorgeschreven. Het specifieke dieet is afhankelijk van de soort transplantatie en wordt uitgebreid overlopen tijdens de opname.
Na de transplantatie
Na transplantatie blijft een gezonde en evenwichtige voeding belangrijk. De voedingsdriehoek geeft richtlijnen voor wat we dagelijks moeten eten om voldoende voedingsstoffen in een goede verhouding op te nemen. Deze verhouding is belangrijk voor het behoud van een stabiel gewicht en voor het voorkomen of onder controle houden van chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, diabetes, obesitas… Er wordt een dieet op maat van de patiënt voorgeschreven.
Omdat de immuniteit verlaagd is, is het na de transplantatie ook van belang om extra aandacht te schenken aan een goede hygiëne in de keuken. De diëtist geeft hierover informatie tijdens de ziekenhuisopname.
Enkele tips
- Drink voldoende. Bij voorkeur water, thee of koffie zonder toegevoegde suikers.
- Kies bij de broodmaaltijd voor de volkorenvarianten: bijvoorbeeld grijs brood, bruin brood of meergranenbrood.
- Eet bij de warme maaltijd gekookte aardappelen. Volkoren deegwaren of ongepelde rijst zijn prima ter variatie.
- Eet twee tot drie stukken fruit en 300 gram groenten per dag.
- Gebruik magere vleessoorten en varieer regelmatig door ook vis en vegetarische producten te gebruiken.
- Neem dagelijks twee tot vier glazen melk of melkproducten zoals yoghurt en eet één tot twee sneden kaas.
- Kies voor magere en halfvolle ongesuikerde producten. Als alternatief kunnen ook calciumverrijkte sojaproducten ingeschakeld worden.
- Gebruik vetten van een goede kwaliteit zoals olie, vloeibare of zachte margarines en minarines. Deze dragen bij tot de inname van essentiële vetzuren en vetoplosbare vitamines.
