Veronique stond een nier af aan haar man

Toen Benny’s nieren en zijn algemene gezondheid alsmaar verder achteruitgingen, stelde Veronique voor om donor te zijn. Ze redde hiermee het leven van haar man.

Benny en Veronique

Altijd vermoeid

Benny (40): “Ik had al een paar jaar last van felle en terugkerende hoofdpijn, gezwollen voeten en vermoeidheid. Mijn huisarts vond geen oorzaak en verwees me voor verdere onderzoeken door naar het ziekenhuis, Daar bleek dat ik polycystische nieren had, mijn nieren werkten nog maar voor 38 procent. Op termijn had ik een transplantatie nodig.”

Veronique (40): “Ik had gelezen over levende donatie en vroeg de professor of ik mijn nier kon afstaan. Als er een match was, kon dat inderdaad. Na allerlei onderzoeken bleek een transplantatie van mijn nier 97 procent slaagkans te hebben. Dat is veel en uitzonderlijk als je geen bloedverwanten bent. Wel moest ik eerst verschillende keren op gesprek bij een psycholoog. Zo sluiten ze uit dat er geen druk of dwang is.”

Geen twijfels

Benny: “Intussen ging ik steeds verder achteruit. Om negen uur ‘s avonds was ik al doodop en ging ik slapen, om pas weer om tien uur ‘s ochtends uit bed te kunnen. Ik kon niet meer werken en ik ben een jaar thuis gebleven. Het was geen leven, als ik daar nu op terugkijk. Uiteindelijk zei de professor dat we een datum zouden prikken voor de operatie.”

Benny: “De dokters zeggen dat ze me een nier heeft gegeven met de kracht van een Ferrari.”

Veronique: “Of ik ooit getwijfeld heb? Nee, geen moment. Benny en ik zijn 28 jaar getrouwd. Ik vind het normaal dat je dat dan voor elkaar doet. Ik kon hem beter maken, dus die kans wilde ik grijpen. Wel hebben ze me er herhaaldelijk op gewezen dat ik altijd kon terugkomen op mijn beslissing, zelfs op de dag van de operatie. Er werd me duidelijk uitgelegd dat mijn eigen nierwerking erop achteruit zou gaan, doordat één nier nu voor twee moest werken.”

Benny: “Zelf zou ik het haar nooit gevraagd hebben. En toen ze het voorstelde, wilde ik het eerst ook niet. Onze dochter heeft ook polycystische nieren, van mij geërfd en ik wilde liever dat Veronique haar nier op termijn aan haar zou afstaan. Maar de dokters zeiden dat het geen zin had om het daarom niet te doen. Onze dochter zou misschien nooit een transplantatie nodig hebben.”

Ook jij bent donor.
Geef leven door.

Opnieuw een leven

Benny: “De nier van Veronique werkte na de operatie meteen in mijn lichaam. Ze heeft me een nier met de kracht van een Ferrari gegeven, zei mijn dokter. Ik sta ‘s ochtends weer op tussen zes en zeven uur, zo fris als een hoentje, en ik kan makkelijk tot ‘s avonds laat opblijven. Ik werk ook weer - halve dagen voorlopig - de ene week twee en de andere week drie dagen.  We kunnen weer naar een feestje, ‘s avonds afspreken met vrienden en op vakantie. Ik heb mijn leven terug.”

Veronique: “Benny hoeft mij niet dankbaar te zijn. We zijn 28 jaar samen, ik vind het normaal om zoiets te doen.”

Veronique: “Sommige mensen zeiden dat Benny nu voor de rest van zijn leven bij mij in het krijt staat. Maar zo zie ik dat niet. Je bent een koppel. En als de ene ziek is, is de andere het ook, want beide levens worden erdoor bepaald. Ik moest vroeger ook mee naar huis omdat hij om negen uur ‘s avonds al moe was. Ik wil ook niet opgehemeld worden. Hij hoeft geen tien keer per dag ‘bedankt’ te zeggen. Wat ik gedaan heb, is niet meer dan normaal.”